Typen carburateurs bij de meest populaire klassiekers: de SU carburateurs

De H-types

De oudste SU-carburateurs zijn van dit type. Ze hebben een vlotterkamer aan de zijkant, met een vaste verbinding aan de carburateur-body.
Het choke-mechanisme werkt met een bronzen bedieningshevel die met een kabel bediend wordt. Tegen een veer in wordt hiermee de sproeier omlaag getrokken, en een excenter duwt tegelijkertijd de gasklepbediening een beetje open.

De HS-types

Hierboven drie van de meest voorkomende HS-types. De vlotterkamer is aan de zijkant bevestigd, met een flexibele slangverbinding tussen vlotterkamer en onderkant sproeier. Het choke-mechanisme is aan de zijkant gemonteerd en werkt heel eenvoudig: een excenter aan de zijkant dat met een kabel wordt bediend trekt met een stang de sproeier omlaag en duwt tegelijkertijd de gasklep bediening een beetje open.
De typenaam geeft de maat van de venturi (doorgang) aan. We vinden deze types bij bijvoorbeeld de Triumph Spitfire ( HS2 en HS4), de MGB (de HS4) en de Triumph TR4 en TR4A (de HS6).

De HIF types

Dit zijn de laatste types van het SU fabrikaat. De vlotterkamer is een integraal onderdeel van de carburateur, en bevindt zich aan de onderkant. De werking is ingrijpend veranderd, om te bezuinigen op brandstofverbruik en om de betrouwbaarheid te vergroten. Er is een thermostatische voorziening ingebouwd om het mengsel aan te passen, en de choke werkt niet meer door simpel het mengsel te verrijken. In plaats daarvan wordt door een draaimechanisme aan de zijkant een apart brandstofkanaal geopend buiten de sproeier om. De hevel van dat mechanisme duwt tegelijkertijd het gasklepmechanisme een beetje open.